-
1 vrede sluiten met
vrede sluiten met -
2 vrede sluiten met
vrede sluiten metVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vrede sluiten met
-
3 vrede
♦voorbeelden:de vrede van Munster • le traité de Munstergewapende vrede • paix arméede huiselijke vrede • la paix du ménagealles ademde vrede • tout respirait la paixvrede sluiten met • conclure la paix avecvrede stichten • faire la paixvrede zij met u • la paix soit avec vouszijn as ruste in vrede • paix à ses cendresdat hij ruste in vrede • qu'il repose en paixiemand met vrede laten • laisser qn. tranquilleje kunt daar niet met vrede zitten • on n'y est pas tranquillede Nobelprijs voor de Vrede • le prix Nobel de la Paixvrede op aarde • paix sur la terreter wille van de (lieve) vrede, om des vredes wille • pour avoir la paix→ link=voet voet -
4 vrede
1 [toestand dat er niet gevochten wordt] peace2 [toestand van rust] peace, quiet(ude)3 [vredesverdrag] peace (treaty)♦voorbeelden:vrede sluiten met • conclude the peace withvrede stichten • make peace2 vrede met iets hebben • be resigned/reconciled to something, accept something, make one's peace with somethingzij ruste in vrede • may she rest in peaceter wille van de (lieve) vrede/om des vredes wille • for the sake of peace (and quiet) -
5 sluiten
2 [opbergen, wegsluiten] lock up/away3 [buiten-/uitsluiten] lock out, close off4 [plaatsen zonder tussenruimte] close6 [beëindigen] close, conclude7 [verbieden] close8 [handel] [opmaken] close♦voorbeelden:het raam sluiten • shut/close the windowde winkel/zaak sluiten • 〈 in het bijzonder voorgoed〉 close (the shop) down; 〈 ook 's avonds〉 shut up shopvriendschap sluiten (met) • make friends (with)de rij sluiten • bring up the rear3 [goed geheel vormen] fit4 [afsluiten] lock up5 [ten einde lopen] close6 [als einduitkomst hebben] balance7 [gelijke eindcijfers aan debet- en creditzijde vertonen] balance♦voorbeelden:dinsdagmiddag zijn alle winkels gesloten • it's early closing day on Tuesdaydie redenering sluit niet • that argument doesn't hold (water)de begroting sluitend maken • balance the budgetIII 〈wederkerend werkwoord; zich sluiten〉♦voorbeelden: -
6 come to terms with
vrede sluiten met,behandeling van (een probleem)zich verzoenen met, zich neerleggen bij -
7 peace
n. vrede; stilte; rust[ pie:s]4 rust ⇒ kalmte, tevredenheid5 harmonie♦voorbeelden:break/keep the peace • de openbare orde verstoren/handhavenin peace and quiet • in rust en vredehold/keep one's peace • zich koest houdenin peace • in alle rustmake one's peace with • zich verzoenen metat peace with • in harmonie met -
8 make peace with
-
9 Frieden
Frieden〈m.; Friedens, Frieden〉♦voorbeelden:Frieden schließen, stiften • vrede sluiten, stichtenden Frieden unterzeichnen • de vrede, het vredesverdrag ondertekenen〈 spreekwoord〉 Friede ernährt, Unfriede verzehrt • vrede gedijt, oorlog verslijtder Frieden der Natur • de rust, stilte van de natuur〈formeel; religie〉 Friede seiner Asche! • zijn as ruste in vrede!die Kinder geben, halten nicht eine Minute Frieden • de kinderen maken voortdurend ruzieich will nur meinen Frieden • ik wil met rust gelaten wordenlass mich in Frieden! • laat mij met rust!seinen Frieden mit jemandem machen • zich met iemand verzoenenich hatte keinen Frieden vor ihm • hij liet mij niet met rustin Ruhe und Frieden • in pais en vrede -
10 paix
paix [pe]〈v.〉1 vrede ⇒ eendracht, harmonie2 rust ⇒ kalmte, stilte♦voorbeelden:paix fourrée • schijnvredefaire la paix • vrede sluiten, de strijdbijl begravenavoir la conscience en paix • een gerust geweten hebbenf1) vrede2) rust, kalmte -
11 reconcile
v. kompromis sluiten; schikken; vrede sluiten[ rekkənsajl]1 verzoenen ⇒ in overeenstemming brengen, verenigen♦voorbeelden:reconcile oneself to something/with someone • zich met iets/iemand verzoenen -
12 bury the hatchet
-
13 conclure
conclure [kõkluur]♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v3) beslissend/afdoende zijn [juridisch]4) (af)sluiten [overeenkomst, koop, vrede, huwelijk]5) beëindigen
См. также в других словарях:
Albert Alberts — Albert Alberts, geschrieben als A. Alberts (* 23. August 1911 in Haarlem; † 16. Dezember 1995 in Amsterdam), war ein niederländischer Schriftsteller, Übersetzer und Journalist. Er gewann zahlreiche Auszeichnungen im Laufe seiner Karriere,… … Deutsch Wikipedia
Zeit — 1. Ach, du lewe Tît, hadd öck doch gefrît, wär öck rusch e Wiew geworde. – Frischbier, 4158. 2. Abgeredet vor der Zeit, bringt nachher keinen Streit. – Masson, 362. 3. All mit der Tit kumt Jan in t Wamms un Grêt in n Rock. – Lohrengel, I, 27;… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Krieg — 1. Auf Krieg folgt Sieg. – Sprichwörtergarten, 367; Parömiakon, 2541. 2. Aus einem Kriege entsteht der andere. 3. Beim Kriege ist s zu Ende am besten. 4. Besser ein ehrlicher (fröhlicher) Krieg, als ein schlechter Friede. »Es soll kein Friede… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon